Verstoppertje

‘Kom maar tevoorschijn.’ Hard schreeuwt ons zoontje het de buurt in. Helaas. De verstopte kinderen blijven heerlijk weggedoken op hun zorgvuldig uitgekozen plekjes. Een nieuwe leus moet de verstoppers over de streep trekken. ‘Kom maar uit je holletje, je bent hem niet!’

Daar komt heel voorzichtig een hoofd boven de struiken uit. Enkele andere kinderen gluren voorzichtig van achter een geparkeerde auto de speeltuin in. Worden ze niet belazerd? Kunnen ze echt tevoorschijn komen?

Onder ogen komen

Helemaal aan het begin van de Bijbel zitten er ook twee mensen verstopt. Weggedoken tussen bladerrijke struiken. Zij spelen geen heerlijk spel. Ook voelen zij niet die opwindende spanning in hun buik, die bij verstoppertje hoort. Nee, zeker niet. Gauw zijn ze weggekropen, toen ze de wind van Gods aanwezigheid door de bomen hoorden ruisen. Ze durven God niet onder ogen te komen. Diepe schaamte heeft hen bevangen, nu ze ongehoorzaam zijn geweest aan Gods gebod (Genesis 3: 8).

Stiekem

De neiging om ons te verstoppen voor God, elkaar en onszelf stempelt sinds die tijd ieders leven. We hangen de vuile was niet graag buiten. We verstoppen ons achter ons colbert. Gedragen ons voorkomend. En zo proberen we de ik-gerichte, lelijke begeerten die er in ons leven zijn, te verdoezelen. Voor de schaamte over het vuil dat van binnen huist, weten we maar één oplossing: verstoppen. Zorgen dat niemand het in de gaten heeft. Slechte dingen, stiekem doen.

Verrassing

In de Bijbel lezen we dat God op zoek gaat naar Adam en Eva. Hij roept: ‘Waar zit je, Adam? Kom eens tevoorschijn' (Genesis 3: 9). In het gesprek dat volgt tussen God en de mensen, komt de waarheid boven tafel. Adam bekent, hoewel niet volmondig, schuld. Eva ook. Wat volgt is een wonderlijke ontknoping. We lezen niet dat God verachtelijk op de mensen neerziet. Hen voor schut zet. Of, meteen het vonnis van de dood voltrekt.
God komt met een belofte van overwinning op het kwaad (Genesis 3: 15) Wat een verrassing!

Die heerlijke verrassing is nog altijd het deel van ieder die tevoorschijn komt. ‘Je bent hem echt niet, als je van je plekje komt.’

‘k Bekend’ o Heer’, aan U oprecht mijn zonden
‘k Verborg geen kwaad dat in mij werd gevonden
Maar ik beleed, na ernstig overleg,
Mijn boze daân, Gij naamt die gunstig weg
-Psalm 32: 3a-

Lees eerder verschenen blogs op tinyurl.com/evangeliewoord
Reacties hartelijk welkom op evangeliewoord@outlook.com