Ze zijn er helemaal klaar voor. De scouts van Waddinxveen. Met hun gele hesje aan en vuilprikker in de hand, popelen ze om hun dorp afvalvrij te maken. Het is de landelijke opschoondag.
Met mijn boodschappenkar laveer ik tussen hen door. Ondertussen valt me op hoeveel vuil er eigenlijk ligt. Ze kunnen aan de slag. Pakjes, papiertjes en plastic. De struiken rond de supermarkt liggen er vol mee. Helaas.
Grote Verzoendag
Het Joodse volk kent al vanaf de tijd van Mozes zo’n landelijke opschoondag. Grote Verzoendag wordt dit in de Bijbel genoemd (Leviticus 16). Deze dag is niet bedoeld om fysiek vuil aan te pakken. Maar wel om grote opruiming te houden met het oog op allerlei kwaad dat zo makkelijk een plek inneemt in je leven.
Bitterheid en wrok. Jaloezie en trots. Zelfmedelijden en ontevredenheid. Bitsheid of ik-gerichtheid. Gierigheid. Goddeloosheid. Vloeken. Ontrouw. Overspel. Luiheid. Roddel. Deze en helaas zoveel zonden meer worden op deze dag uit de weg geruimd.
Ritueel
Er was hier een prachtig ritueel voor.
Twee bokjes staan voor de hogepriester. De ene bok zal geofferd worden. En met het bloed van dat lam zal de hogepriester de allerheiligste plek van het heiligdom binnengaan. De plek waar God woont. Alleen op die ene dagin het jaar komt hij daar. Met het bloed van het geslachte bokje in zijn hand. Het bloed zal hij sprenkelen tot verzoening van de zonden van het volk (Leviticus 16:15)
Ondertussen staat de andere bok klaar om ver weggestuurd te worden. De woestijn in. Maar niet meteen. Hij vertrekt pas, nadat de priester allebei zijn handen op de kop van de bok gelegd heeft. En één voor één de zonden van het volk beleden heeft. Dan wordt hij weggeleid. Beladen met het vuil en kwaad van het volk (Leviticus 16: 21).
Jezus
In Jezus is dit ritueel op een heerlijke manier vervuld. Jezus, wordt aangewezen als hét Lam dat de zonden der wereld wegdraagt (Johannes 1:29). Hij is de grote weggaande bok. Die grote en definitieve opruiming houdt met het kwaad dat ons mensen aankleeft.
Jezus is ook het Lam dat geslacht wordt. Hij is gestorven aan het kruis. Een soldaat doorstak zijn zij. Er vloeide bloed (Johannes 19:34). Met dat bloed is Hij veertig dagen na Zijn opstanding uit de dood ten hemel gevaren. Om bij God verzoening te doen (Hebreeën 9: 24)
Ik vind het niet te bevatten. Jezus, Gods eigen Zoon, Die nooit één zonde gedaan heeft, heeft God tot zonde voor ons gemaakt. Voor u. Voor mij. Het staat in de Bijbel: 2 Korinthe 5: 21, 1 Petrus 2: 24, Romeinen 4: 24 en 25, Jesaja 53: 4 en 5. Afgelopen Goede Vrijdag mocht ik het, door Gods genade, weer zien. Toen Jezus daar met de dwarsbalk over Zijn gegeselde rug de stad Jeruzalem uitliep, droeg Hij míjn zonden. Hij rekende er mee af. Hij ruimde ze voor eeuwig op.
‘Ik dank U voor die genade’.
Deze website gebruikt cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies. Lees meer