‘Moed verloren, al verloren.’ Tja… maar hoe houd je de moed erin? Wat kan er veel zijn dat je moed weg wil vreten. Zeker bij het ouder worden. Als je moet inleveren. Stapje voor stapje. En soms dramatisch rigoureus.
Zoals bij mijn lieve, dappere oom. Het kon niet anders. Zijn been moest geamputeerd worden. Wat een leed! Te weten nooit meer te kunnen lopen. Altijd rolstoelafhankelijk te zijn. En alsof dat nog niet genoeg was, ontstond er een diepe wond. Toen werd zitten te belastend. Nu ligt hij op bed. Slechts twee keer op een dag mag hij een poosje zitten.
Verlies
Hoe houd je dan de moed erin? Wat geeft je de kracht om het leven te leven? Zulke omstandigheden raken aan levensvragen. De zin van ons bestaan. Want, ergens hebben we er allemaal mee te dealen. Misschien niet op de manier van mijn oom. Maar toch. Verlieservaringen. Verlies van werk, van status. Verlies van voorspoed. Of we moeten geliefden missen. We raken onze gezondheid kwijt. En uiteindelijk, de dood.
Paulus kan er over meepraten. Ook hij had er mee te dealen dat het minder en minder werd. Ouderdom en zwakte dienden zich aan (2 Korinthe 4: 16). Toch, verliest hij de moed niet, schrijft hij. Waarom niet? Wat houdt hem op de been?
Ziel
Paulus heeft meer dan het aardse leven. Méér dan zijn lichaam. In zijn lichaam draagt hij zijn ziel met zich mee. En juist met zijn ziel gaat het elke dag een beetje beter. Van dag tot dag wordt hij vanbinnen vernieuwd, schrijft hij. Paulus mag gaandeweg meer gaan lijken op Zijn Heiland, Jezus Christus. Trots moet in zijn leven plaatsmaken voor ootmoed. Drift voor zachtmoedigheid. Egoïsme voor liefde. En bitterheid voor vergeving. Zelfmedelijden voor verwondering en veeleisend zijn voor dankbaarheid.
Nieuw begin
Paulus weet dat dit proces van vernieuwing straks zijn voltooiing zal vinden. Dáárom, schrijft Paulus, verliezen wij de moed niet als we ons einde voelen komen (2 Korinthe 5: 8). De dood luidt het nieuwe begin in. Zijn geest die nu nog in zijn vergankelijke lichaam woont, mag dan bij de Heere in de hemel komen. En God dienen zonder zonde. Heerlijk perspectief.
En nu dan?
En het leven hier en nu? Moeten we dat slechts uitzitten? Wachtend op de nieuwe dag? Zeker niet. Paulus heeft één drive, één levensmotto. Zowel op aarde, als in de hemel. Hij wil leven voor God! Daarom leeft hij nu. En leeft hij straks. ‘Om Hem welbehaaglijk te zijn.’ (2 Korinthe 5: 9)
Altijd moedig?
Misschien haal jij mismoedig je schouders op. Kun je niks met Paulus’ geloofsmoed. Mooi dat hij zo positief in het leven staat. Bijna los van de aardse werkelijkheid. Maar jij staat met je voeten in de modder. En je voelt de zuigkracht, die je naar beneden wil zuigen.
Gelukkig. Mensen zoals jij kom je volop tegen in de Bijbel. Wat denk je van de profeet Elia? Hij wil niet meer verder leven. Uitgeput roept hij het uit: ‘Het is genoeg.’ (1 Koningen 19: 4). ‘Laat me sterven.’ De Bijbel gaat niet over superhelden. Over mensen die altijd positief in het leven staan. Zeker niet. Lees maar eens Psalm 42:4, Jesaja 49: 14 en Jona 4:8
Maar de Bijbel gaat wél over de stérke God! Een God, Die nooit moe wordt (Jesaja 40: 28). Een God, Die het niet uit de hand loopt (Psalm 93). Wie in zijn moedeloosheid bij deze God zijn toevlucht zoekt, vindt nieuwe moed. ‘Maar die de HEERE verwachten, zullen de kracht vernieuwen; zij zullen opvaren met vleugels, zoals de arenden, zij zullen lopen en niet moe worden, zij zullen wandelen en niet mat worden.’ (Jesaja 40: 27 – 31)
Doorpraten n.a.v. deze blog, mail naar evangeliewoord@outlook.com
Geschreven door: Jannette Harskamp-Vermeer
Deze website gebruikt cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies. Lees meer