Honger

23-04-2024

‘Mevrouw, mevrouw’. Smekend kijkt hij me aan. Ik schat hem ongeveer tien jaar. Zijn opgezwollen buik, springt meteen in het oog. Zijn ooit zwartglanzende haar is dof geworden. Wat moet deze jongen een honger hebben. En dan heeft hij ook nog de zorg voor zijn broertje.

Honger

Natuurlijk wil ik mijn eten aan hem geven. Want, dat is vast en zeker, wat hij mij wil vragen. ‘Eten, drinken. Ik heb honger’. Maar, tot mijn grote verbazing schudt hij zijn hoofd. ‘Nee, nee. Niet uw broodtrommel. Ik wil uw telefoon. Alstublieft. Mevrouw. Mag ik uw telefoon?’

Ik begrijp het niet. Waarom wil deze jongen mijn telefoon? Hoe kan mijn telefoon zijn honger stillen? Vertwijfeld kijk ik hem aan. ‘Ik heb iets veel beters voor je’, stamel ik. ‘Ik heb eten. Schoon drinkwater.’

Hij legt het me uit. ‘Nee, ik wil uw telefoon. Want de honger is zo erg. Ik wil het niet meer voelen. Ik wil er niet meer aan denken. Ik word gek van alle gedachten in mijn hoofd. Ze gaan alleen maar over eten. En als ik een telefoon heb en game, dan is dat gevoel even weg. Dan hoef ik niet meer te denken.’

Ik knik. En laat zijn woorden even bezinken. Ik begrijp wat hij bedoelt. Maar, dan neem ik het woord. Bijna gepassioneerd. Want hij móet begrijpen dat wat ik bij me heb niet maar voor even het hongergevoel verdrijft en onderdrukt. Maar dat het voedsel wat ik hem geven wil, werkelijk voedt. De honger daadwerkelijk stilt.

‘Luister’, zeg ik. ‘Laat mijn woorden heel goed tot je doordringen. Ik heb voedsel. En daarvan mag je eten, tot je verzadigd bent. Ik heb heerlijk fris water, wat je dorst zal lessen. Kom. Pak het aan. Neem het tot je. Ik hoef er niets voor te hebben.’

Zielshonger

Het zijn precies deze woorden die in de Bijbel staan. In Jesaja 55.

Wij lijken namelijk verrassend veel op het jongetje uit dit verhaal. We hebben alles over voor zaken die onze zielshonger niet werkelijk stillen. We zoeken ons heil in verdoving. We gaan de pijn uit de weg. En zoeken afleiding in amusement en verslaving. Of, heel subtiel, in een over-focus op de ander of ons werk.

God wil ons meer geven dan een ‘pijnstiller’. Hij heeft voedsel wat onze ziel werkelijk voedt. In Johannes 7: 37 zegt Jezus ‘als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken. Wie in Mij gelooft, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.’ Onze diepste honger is naar een herstelde relatie met God. Dat God goed op ons is. Dat we ons niet langer hoeven te schamen. Maar ons geliefd mogen weten door Hem. En tot onze bestemming komen. God, met alles wat in ons is, lof en eer toebrengen.

Waarom zou je nog langer geld uittellen voor wat geen brood is? Arbeiden voor wat niet verzadigen kan? Hoort met aandacht naar Mij. Eet het goede. En wordt diep van binnen werkelijk intens blij (Jesaja 55: 2).

Geschreven door Jannette Harskamp-Vermeer

Dit artikel delen:

Deze website maakt gebruik van cookies

Deze website gebruikt cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies. Lees meer

Sluiten