En zij leefden nog lang en gelukkig. Is de Bijbelse belofte van eeuwig leven als het slot van een spannend sprookje? Het plaatje van een lam en leeuw die vredig samen liggen, slechts een mooie droom?
Als het geloof in Jezus veel kost, worden deze vragen heel reëel. Huis en haard ontvluchten, doe je tenslotte niet zomaar. Verstoten worden door je bloedeigen familie, wat moet dat zwaar zijn. Mogelijk zelfs gemarteld worden, of rekening houden met het feit dat je geloofsovertuiging je het leven kan kosten. Je zou gek zijn, als je dat overhad voor een geloof dat slechts een sprookje is.
Géén fictie
Petrus, één van Jezus’ eerste discipelen, realiseert zich dit heel goed als hij een brief schrijft aan Joden die vanwege hun geloof in Jezus als de Messias hebben moeten vluchten. En daarom wil hij onderstrepen dat de Bijbelse toekomstverwachting absoluut géén fictie is (2 Petrus 1). Petrus weet honderd procent zeker dat de kracht en toekomst van onze Heere Jezus Christus werkelijk waar is. Het is, schrijft hij, geen mooi verzonnen fabel.
Ooggetuige van Jezus' heerlijkheid
Samen met Jacobus en Johannes is hij getuige geweest van de enorme heerlijkheid en majesteit die Jezus straks zal hebben als Hij terugkomt op de wolken van de hemel. Nooit zal hij dat moment vergeten dat Jezus plotsklaps veranderde van gedaante. Jezus’ gezicht begon te blinken als de zon. Zijn kleren werden wit als licht. En toen klonk daar uit een wolk die ontzagwekkende stem. ‘Deze is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb. Hoort Hem!’ (Mattheüs 17)
Onbevattelijk was het. Overweldigend. Ook heel beangstigend. Met hun gezicht waren ze plat op de grond gevallen. Bevend als een rietje. Tot ze een hand op hun schouder voelden, die hen aantikte, ‘Kom maar overeind, je hoeft niet bang te zijn’. Toen ze opkeken zagen ze niemand anders meer, dan Jezus alleen.
Eeuwig leven
Daarom weet Petrus het héél zeker. Eens zál Jezus weerkomen in glorie en luister. Ieder die Hem heeft liefgehad, hier in Jezus’ lijden heeft gedeeld, mag dan eeuwig met Hem leven. Lang en gelukkig! En dat is écht geen sprookje.
Nader, nog nader, Heer’, ik ontvlied
Alles, wat 't leven mij zonder U biedt.
Kost m' ook Uw dienst bespotting of pijn,
Toch wensch 'k voor eeuwig Uw volg'ling te zijn.
Nader, nog nader, na zorg en strijd
Wacht mij de rust, door Uw liefde bereid.
Wat ook ge¬beure, 'k nader steeds meer,
Jezus, mijn Heiland, kom haastig o Heer!
Wilt u ook elke week een verhaal ontvangen, stuur een mail naar evangeliewoord@outlook.com
Deze website gebruikt cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies. Lees meer