Christus in Zuid-Limburg

Steeds kom je het tegen. Zomaar langs een kronkelend paadje omhoog. Of, in het hart van een klein Limburgs dorpje. Een kruisbeeldje. Met daaraan de gekruisigde Christus. Altijd weer met Zijn armen wijd uitgespreid.

Voor mij maakt het Zuid-Limburg, de provincie waar ik zoveel heerlijke vakantieherinneringen heb liggen écht tot Zuid-Limburg. Natuurlijk ook het prachtige heuvellandschap, de kronkelende beken en de vriendelijke Limburgers met hun typische zachte ‘g’. En niet te vergeten het lekkere stukje Limburgse vlaai bij de koffie. Maar, die kleine verwijzingen naar ‘Boven’, horen er in deze vakantie écht bij.

Meer dan eens zetten ze mijn gedachten op het spoor van mijn Verlosser, Jezus Christus. Op ieder kruis weer, hangt Hij daar, met Zijn armen wijd uitgestrekt. En het ontroert me. Is dit niet de Christus Die ik in de Bijbel heb leren kennen? De Zaligmaker, Die gekomen is om de wéreld zalig te maken? Johannes 3: 16 Die kwam, ook tot mijn behoud.

Behoud

Het is écht waar. Jezus zoekt het behoud van íeder mens. Johannes 12: 47 Hij zoekt ook jouw redding! Groots is Zijn uitnodiging als Hij zegt: ‘Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven.’ Mattheüs 11: 28 En ‘wie tot Mij komt, zal ik geenszins -absoluut niet- uitwerpen.’ Johannes 6: 37

Hoe had Jezus de waarheid van deze woorden beter kunnen onderstrepen dan door Zich plaatsvervangend aan een kruis te laten spijkeren? Met deze onvergelijkelijke daad heeft Hij de wereld met God verzoend. 2 Korinthe 5: 19

Het wordt onbevattelijk als je bedenkt dat de kruisdood een van God vervloekte dood was. Je kunt dat lezen in Deuteronomium 21: 23. ‘Vervloekt is een ieder die aan een hout hangt.’ En precies daarom wilde Jezus déze dood sterven. Hij wilde een vloek worden voor ons. Galaten 3:13.

Om ons met Zijn zegening te vervullen. Galaten 3: 14 Hij de vloek wij de zegen.

Uitnodiging

Iedere crucifix in het Limburgse landschap is zo een hartelijke uitnodiging: ‘Laat u met God verzoenen. Want, Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij tot zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem.’ 2 Korinthe 5: 21

Mijn kinderen wisten vroeger niet hoe snel ze in mijn uitgespreide armen moesten rennen, als ik zachtjes het liedje zong: ‘wie komt er in mijn huisje?’ Nog voordat ik uitgezongen was, knuffelden ze zich tegen mij aan. En sloot ik mijn armen om hen heen.

De uitgebreide armen van Jezus aan het kruis zingen het jóu toe: ‘wie komt er in Mijn huis?’  

Geschreven door: Jannette Harskamp-Vermeer